Een outdoormes is een beetje een vreemde eend in de bijt. Je wil er niet alleen mee kunnen snijden, maar ook hakken, peuteren, wrikken, vers gevangen vis fileren, misschien wild ontweiden en soms zagen. Dat betekent dat het lemmet aan andere (veel meer) eisen moet voldoen dan het lemmet van een regulier keuken- of tafelmes. De lente komt er weer aan en we trekken dus weer massaal de natuur in. Vandaar deze blog over outdoormessen.
Wat is een outdoormes?
Een outdoormes is een mes dat speciaal is ontworpen voor activiteiten in de natuur. Dat zijn er nogal wat, dus is er een enorme diversiteit aan outdoormessen op de markt, met dito aantal merken. Je hebt jacht- en slachttypen, messen voor scouting, duiken en bergbeklimmen. Allemaal hebben ze hun eigen specifieke ontwerp en de onderdeeltjes, die dat mes net geschikter maken dan het mes van de concurrent. Dat is mooi, want met een goede wensenlijst kunt u 95% van de outdoormessen al wegstrepen en u beperken tot de enkele modellen die alleen de door u gewenste functies hebben. Hoe meer onderdelen een outdoormes heeft, hoe minder ruimte er is voor de functies waarvan u daadwerkelijk gebruik wilt maken.
Aangezien u waarschijnlijk een legaal mes wil bezitten vallen alle tweezijdig geslepen messen al af. Die zijn in Nederland en een groot deel van Europa illegaal (meer info hier) en mag u dus alleen met een wapenvergunning bezitten. Daaronder vallen ook messen met een zaag op de rug, hoe onschuldig die ook kunnen lijken.
Verder kunt u zichzelf afvragen of een flessenopener en blikzaag in een outdooromgeving passen, maar dat is aan u. Kortom, bepaal vooraf wat u met het mes wilt doen en beperk uzelf daartoe bij het maken van uw keuze.
Typen outdoormes
Outdoormes algemeen: een outdoormes wordt buitenshuis gebruikt en kenmerkt zich vooral door stevigheid en basisfunctionaliteit. Het kan voor een beperkt aantal taken worden ingezet, maar moet in ieder geval kunnen snijden, hakken, kappen en steken. Omdat één enkel mes nooit geschikt kan zijn voor veel meer dan die taken, zijn er verschillende typen outdoormessen met andere of veel meer mogelijkheden , die dan ook meestal niet meer ‘outdoormes’ worden genoemd, maar bijvoorbeeld survivalmes. De volgende typen outdoormes kom je vaak tegen, elk met hun eigen doel(en):
- Survival: Dit is een outdoormes, dat is aangevuld met functionaliteiten voor een survival. Het mes heeft vaak een zaagrand, ontschubber, 90o rug voor een firestarter, riemsnijder en/of schroevendraaier. Soms is het handvat hol of wordt een holster meegeleverd met allerlei attributen als een slijpsteentje, lucifers, hakensteker, vislijntje en/of kompasje. Deze messen zijn oorspronkelijk bedoeld voor professionals in de natuur (boswachters, gidsen, reddingsdiensten), maar er zijn ook ‘overdreven’ uitvoeringen, die meer lijken op een gereedschapskist in een holster.
- Zakmes: zoals het survivalmes, maar veel compacter en lichter. Bovendien zit alle functionaliteit opgevouwen in het heft. Hoe meer functionaliteiten, hoe dikker het heft. Bekende merken zijn Victorinox en Wenger. Een zakmes is meestal niet geschikt voor het ruige buitenwerk, maar bevat mini-functionaliteiten waarvoor je anders een hele kist nodig zou hebben, zoals een kurkentrekker, tandenstoker, schaartje, vijl, zaag, schroevendraaiers, onthaker, priem, nagelknipper etc..
- Bowie: Ontworpen door kolonel Jim Bowie in het begin van de 19e eeuw is het Bowie mes oorspronkelijk een tactisch mes (gevechtsmes) dat aan beide zijden scherp is. Het Bowie mes is vooral geschikt als steekwapen, maar wordt ook buiten die militaire context veel verkocht (omdat het er imposant uitziet?). De praktische bruikbaarheid als outdoormes is m.i. echter zeer beperkt. Het is voor de meeste toepassingen te zwaar, te groot en te dik.
- Vouwmes: Een inklapbaar outdoormes, dat functioneel overeenkomt met een eenvoudig vast outdoormes. De stevigheid staat of valt met het vouwmechanisme, dus als het mes niet in extreme omstandigheden gebruikt wordt, is dit een prima alternatief voor outdoor basishandelingen.
Een vouwmes kan ook gemaakt zijn voor andere doeleinden, bijvoorbeeld om ermee te gaan uit eten (Laguiole) of voor het schillen van een appeltje. Deze worden vaak niet als outdoormes beschouwd, maar zijn het feitelijk wel, alleen hebben ze als outdoormes een beperkte functie.
In deze blog mik ik verder vooral op het lemmet van al deze messen. Ik ben vooral geïnteresseerd in de kwaliteit en de eigenschappen van het mes en laat alle extraatjes even voor wat ze zijn.
Dik lemmet
Meer dan keukenmessen en zakmessen, moet een outdoormes stevig zijn. U snijdt er meestal geen carpaccio mee, maar takken of andere buitendingen, die harder en steviger zijn. Dat betekent dat het lemmet dik moet zijn. Het mes mag niet buigen of breken onder druk. Een klein outdoorlemmet (< 10 cm) moet minimaal 2 mm dik zijn om onder deze omstandigheden voldoende druk te kunnen uitoefenen. Daarmee vallen de meeste zakmessen af voor outdoorgebruik. Een langer lemmet zal in de buurt van 4 mm komen.
Full tang
Op het lemmet van een outdoormes moet druk uitgeoefend kunnen worden. Een goed outdoormes is daarom uit één stuk gesmeed, waarbij de tang doorloopt in het gehele heft (full tang). Een outdoormes met een slechts gedeeltelijk doorlopende tang (of angel) is niet stevig genoeg voor veel outdoortaken. Een vouwmes met een stevig vouwmechanisme kan ook voldoen.
Carbon of roestvrij?
De keuze voor carbon of roestvrijstaal is niet gemakkelijk. U kunt hierbij het beste een functionele keuze maken, wat wil zeggen dat het materiaal afgestemd zijn op het gebruik. Daarbij kunt u de volgende richtlijnen aanhouden:
Een roestvrijstalen lemmet roest niet gemakkelijk. Als u uw mes ook onder water gebruikt (duiken), dan is roestvrijstaal bijna een must. Maar ook als u niet in de gelegenheid bent uw mes na ieder gebruik droog te wrijven en droog op te bergen of u uw mes vooral gebruikt tijdens het zeezeilen, is roestvrijstaal een goede keuze. Roestvrijstaal is ook een goede keuze als uw mes regelmatig in aanraking komt met harde materialen als droog hout, bot, steen of zand, bijvoorbeeld tijdens het uitgraven van een wortel. Wrikken met een mes is nooit goed, maar als het dan toch moet, dan mag u blij zijn als u een roestvrijstalen mes heeft.
Carbonstaal roest wel en is daarom vooral geschikt voor zuur- en zoutvrije omstandigheden. Het mes kan vochtig of nat worden, maar dan moet u het wel ter plekke kunnen afdrogen. Ook moet u bereid zijn het mes regelmatig in te smeren met was, vaseline of desnoods het beetje vet op uw hoofdhaar.
Het grote voordeel van carbonstaal is zijn hardheid. Het lemmet kan erg scherp worden geslepen en blijft langer scherp dan een roestvrijstalen lemmet. Dat heeft vooral voordelen als u veel moet snijden met het mes. U kunt een carbonstalen mes bijvoorbeeld erg goed inzetten bij het ontweiden of slachten van wild, het schaven van hout of het puntig maken van takken. Die hardheid en hoge scherpte heeft echter ook een keerzijde. Het harde carbonstaal is breekbaar en omdat de
snede
over het algemeen scherper (dunner) is dan van een roestvrijsalen mes, is dat alleen maar erger. Daarmee is een carbonstalen lemmet dus prima geschikt voor snijden, maar minder geschikt voor hakken of wrikken. Waar u met een roestvrijstalen mes nog wel eens een schroefje kunt uitdraaien, moet u dat met een carbonstalen mes zeker niet doen.
Scherpte: scandigrind
Het lemmet van een outdoormes moet dik zijn, zoals gezegd, maar dat heeft tevens een groot nadeel. De hoek van de vouw van een dik mes is erg groot en het mes zou met een standaard slijping daarom relatief bot zijn. Om het mes wel scherp te krijgen is er in het ontwerp voor gekozen om de vouw door te laten lopen tot halverwege het lemmet. Men spreekt dan van een brede vouw (hoewel ik de termen ‘smal’ en breed’ in mijn andere pagina’s en blogs meestal gebruik voor de hoek van de vouw, niet voor de vouw zelf). Een brede vouw in deze context betekent dat de afstand tussen snede en het platte lemmet groot is, tot wel 2 cm.
Bij het slijpen van zo’n brede vouw ligt de gehele vouw tegen de slijpsteen. De vouw is recht en glad en mondt, zonder extra tweede vouw, uit in de snede. Deze slijping noemt met een scandigrind (scandinavische slijping). Het mes is gemakkelijk te slijpen omdat de slijper automatisch de juiste slijphoek hanteert. Daarentegen vergt het slijpen wel wat extra inspanning, omdat relatief zeer veel metaal verwijderd moet worden.
Onderhoud
Allereerst is geen enkel outdoormes helemaal roestvrij. Een carbonstalen mes roest meer dan een roestbestendig mes, maar ook de laatste is gevoeliger voor roest dan een roestvrijstalen keukenmes. Roest kunt u echter gemakkelijk voorkomen door het steeds schoonmaken en afdrogen na gebruik. Ook moet u uw mes regelmatig inwrijven met was, paraffine (kaarsvet) of zuurvrije vaseline, zodat het mes waterafstotend wordt. Als u uw mes niet in aanraking brengt met etenswaren kunt u ook dieselolie, petroleum of ieder ander vet dat voorhanden is gebruiken. Als u dat niet heeft, kunt u het mes een paar keer over uw hoofdhaar wrijven omdat daar al genoeg vet in zit voor bescherming tot het eerstvolgende gebruik (let wel op dat u uzelf niet scalpeert).
In tegenstelling tot de meeste andere messen is het zeer moeilijk om een outdoormes scherp te houden met een aanzetstaal. Een outdoormes is vaak te hard voor een aanzetstaal en bovendien is een aanzetstaal geen gemakkelijke reisgenoot op uw zwerftochten. In plaats hiervan kunt u beter een klein slijpsteentje meenemen (een goed slijpsteentje hiervoor is de 10 cm lange Opinel). Als u dat niet heeft, kunt u zelfs een zwerfkei gebruiken om het mes aan te scherpen. Eventuele krassen kunt u er later met een fijne wetsteen weer uit (laten) polijsten.
En natuurlijk geldt ook hier weer: als u het slijpen van uw outdoormes liever aan een goede messenslijper overlaat, dan ben ik er om u uit de brand te helpen!