Thuringer watersteen
Eén van de meest bekende wetsteen in de wereld is de Thuringer.
Deze Duitse steen geldt naast Japanse natuurlijke wetsteen als de fijnste steen voor het afwerken van klassieke open scheermessen. Het verschil met Japanse stenen is dat de steen zelf zacht is. Waar een Japanse steen uit Kyoto als beter wordt beschouwd naarmate hij harder is, geldt dat niet voor Europese wetstenen, zoals de Coticule en de Thuringer. Het principe daarvan is eigenlijk heel simpel. De steen is niet een ‘slijptafel’, zoals de harde Japanse wetstenen, maar het slijpelement zelf. De steen laat tijdens het slijpen minuscule korreltjes los, die samen met water de ‘slurry’ vormen, een grijzige modder. Die slurry werkt met de steen mee in het slijpproces, waardoor dat heel efficiënt wordt (zie de blog over slurrystenen of de blog ‘wetten op een wetsteen’).
Escher
De Thuringer stenen werden tot in de jaren 50 gedolven in het Thuringerwald in voormalig Oost Duitsland. Tot in de 20e eeuw werd de steen verkocht door de firma Escher (1789-1953), die daarvoor ook het alleenrecht had. Escher is in de wereld van scheermessenslijpers een magische naam met een magische prijs. Ergens in het begin van de twintigste eeuw heeft Escher het alleenrecht op verhandeling verloren, mede door protesten en stakingen van de zelfstandig gravende arbeiders, die veel te weinig verdienden aan de gigantische opbrengsten van de firma. Na die tijd zijn de Thuringer stenen onder veel merknamen op de markt gebracht, meestal merkloos vanuit een coöperatie van stenendelvers, of met de merknaam van de graver zelf.
Soorten
Thuringer stenen zijn door de firma Escher onderverdeeld in 4 klassen in toenemende fijnheid van de korrel: blau – blaugrün – hellgrün – gelbgrün.
Hoewel de verschillen alleen door zeer ervaren slijpers wordt herkend, bepaalt de klasse toch grotendeels de huidige prijs van de steen. Een blauwe van 12,5 x 2,5 cm kost tegenwoordig al snel 80 euro (tegen bijv. 35 euro voor een Coticule van deze maat). De ‘gelbgrün’ is veruit de duurste, waarbij voor een enkele steen van 12,5 x 2,5 cm al snel meer dan 250 euro wordt neergeteld. Escher’s Barber’s Delight is een twee maal zo grote geelgroene steen, waarvoor de liefhebbers, afhankelijk van de slijtage, 650 tot 2500 euro neertellen. In de tijd dat deze steen uit de werkplaats rolde werd er vanaf het begin al een arbeiders weekloon voor gevraagd, maar nu deze stenen steeds zeldzamer worden, rijzen de prijzen de pan uit. Veel verzamelaars kopen een Thuringer inmiddels als investering.
Zoals veel natuurlijke wetstenen wordt de Thuringer steen niet meer gedolven en is informatie over de groeven grotendeels verloren gegaan. Iedere steen heeft zijn eigen meestal onbekende historie. Nieuwe, ongebruikte stenen bestaan waarschijnlijk niet meer.
deMessenslijper heeft geen Thuringer stenen meer te koop.